Hoe beleeft een vrouwelijke journalist haar werk?

Charlot Verlouw

De laatste keer dat er in Nederland onderzoek gedaan werd naar de arbeidsbeleving van vrouwelijke journalisten was in 1986. Uit dat onderzoek, Voor Zover Plaats Aan De Perstafel, kwam naar voren dat de journalistiek een mannenberoep was. Masterstudent Journalistiek en Media Charlot Verlouw (23) doet voor haar scriptie nu ruim 30 jaar later opnieuw onderzoek naar de arbeidsbeleving van vrouwen in de journalistiek, in haar geval naar vrouwelijke freelance-journalisten. Haar scriptie zal samen met andere afstudeerscripties een replicatie zijn van het onderzoek uit 1986. Ik sprak met Charlot over haar onderzoek.

Charlot gebruikt voor haar onderzoek in eerste instantie de jaarlijkse Freelancemonitor van de Nederlandse Vereniging voor Journalisten (NVJ). “Dat onderzoek heeft de NVJ voor mij uitgesplitst in mannen en vrouwen, per leeftijdsgroep. Daarnaast heb ik elf diepte-interviews van elk een uur met freelance-journalisten en dan praten we over verschillende thema’s aan de hand van het onderzoek uit 1986. Ook heb ik een focusgroep gehouden met een deel van die journalisten. Je gaat dan ongeveer anderhalf uur met vijf mensen uit die groep zitten en bepaalde stellingen bespreken die uit de interviews naar voren zijn gekomen”, vertelt Charlot en ze geeft meteen een voorbeeld. “Je merkt dat je een vrouw bent tijdens je werk, doordat je op een bepaalde manier wordt aangesproken, een opdracht toegewezen krijgt of juist niet en dat je wel of niet onderhandelt over je tarieven. Die arbeidsbeleving is iets wat voortkomt uit interactie en het idee is dat je die interactiesituatie een beetje opnieuw creëert door met elkaar in discussie te gaan.”

Maar hoe merk je het verschil tussen man of vrouw zijn in de journalistiek dan? “Voor dit onderzoek spreek ik geen mannen. Mijn onderzoek is dan ook niet representatief, want het is alleen de arbeidsbeleving van die elf journalisten. Ik kan dus geen uitspraken doen over alle vrouwelijke freelance-journalisten in Nederland, want daar is het onderzoek veel te klein voor. Ik heb bijvoorbeeld wel iemand gesproken die zegt dat zij heel assertief is en alles zegt wat in haar opkomt. Ze is onlangs uit een bepaalde samenwerking gezet en ze denkt zelf dat dat door haar assertiviteit komt. Ook denkt ze dat dit nooit gebeurd was als ze een man was geweest, maar daar kom je natuurlijk nooit achter. De vraag is eigenlijk dus hoe die journalisten het ‘vrouw’ zijn ervaren tijdens hun werk”, licht Charlot toe.

Inmiddels kijken we 30 jaar later terug op het onderzoek van 1986. Hoe staat het er dan nú voor met de verhoudingen in de journalistiek? “Zoals je in het boek ‘Voor zover plaats aan de perstafel’ kunt lezen, werd de eerste vrouwelijke journalist in 1886 aangesteld. Dat boek kwam honderd jaar later en de situatie van vrouwen in de journalistiek was gewoon echt om te huilen”, zegt Charlot op serieuze toon. Haar onderzoek is nog in volle gang, dus conclusies kan ze nog niet trekken, maar ze ziet wel een verbetering in het aantal vrouwen in de journalistiek. “De grens tussen harde journalistiek voor mannen en zachte journalistiek voor vrouwen vervaagt. Daarnaast zijn steeds meer journalistiekstudenten vrouw. In 1986 waren negen van de tien journalisten vrouw, nu is dat ongeveer een derde. En ik denk dat het gewoon een kwestie van tijd is voordat ook díe vrouwen lang genoeg in de journalistiek zitten om tot de top door te dringen.” Maar dat wil niet zeggen dat Charlot het oké vindt hoe het er nu aan toe gaat, want het gaat volgens haar nog steeds veel te langzaam.

Je ziet vrij weinig vrouwen in topposities, bijvoorbeeld als hoofdredacteur van een krant of omroep. In het interview met Klaske Tameling kwam ook al naar voren dat dat wellicht kwam door de verschillende interesses van mannen en vrouwen. Zo zouden vrouwen bijvoorbeeld gevoeliger zijn. Charlot weet niet of ze het daar helemaal mee eens is. “Als ik naar mijn eigen interesses kijk, vind ik nieuwsjournalistiek leuk. Maar de krant is allang geen baken meer van nieuws, het gaat steeds meer om achtergrond en verdieping. Het snelle nieuws lees je wel op NU.nl. Juist doordat de krant verandert, is er meer ruimte voor vrouwen in de kranten, omdat zij over het algemeen beter zijn in achtergrondverhalen maken, beweren sommige onderzoekers. Of dat waar is, weet ik niet. Je leest genoeg goede achtergrondverhalen van mannen en er zijn ook genoeg vrouwelijke nieuwsjagers. Verder denk ik dat vrouwen heel goed hoofdredacteur kunnen zijn, maar we moeten ons idee van wat een ‘hoofdredacteur’ is of kan, aanpassen. We denken al snel dat een hoofdredacteur echt een nieuwsjager moet zijn, maar hij of zij doet veel meer dan dat, zoals de identiteit van de krant bewaken en zorgen dat redacties goed samenwerken.”

© www.scp.nl

Dat er weinig vrouwen aan de journalistieke top zitten, komt volgens Charlot door zowel mannen als vrouwen zelf. “Mannen achten vrouwen misschien minder geschikt, omdat vrouwen kinderen krijgen en als hoofdredacteur kan je niet parttime werken. Vrouwen zijn doorgaans onzekerder, bescheidener en als ze inderdaad kinderen krijgen, gaat het daar mis. Dat is mijn visie: zodra ze kinderen krijgen, leveren vrouwen zoveel van hun tijd in. Vrouwen zijn nog steeds degenen die primair voor het gezin zorgen en parttime werken. Als het wat normaler zou worden dat mannen dat ook doen, krijgen we meer gelijke kansen. Dit geldt niet alleen voor de journalistiek. Uit het tweejaarlijkse rapport van de Emancipatiemonitor dat recent is uitgekomen, blijkt wederom dat het inderdaad vooral de vrouwen zijn die minder gaan werken. “Daarbij komen nog alle vooroordelen die er over mannen en vrouwen bestaan. Mannen zouden assertiever en minder gevoelig zijn, maar dat betekent niet dat vrouwen het niet kunnen zijn. Het werkt beide kanten op. Als er maar één weg is naar de top die alleen door mannen kan worden bewandeld, dan moeten we die weg veranderen, zodat vrouwen die ook kunnen bewandelen”, zegt Charlot vol overtuiging.live streaming film Midnight Runners

Tot slot was ik eigenlijk ook wel benieuwd naar wat er allemaal beter geregeld kon worden voor (jonge) journalisten in het algemeen. “Die vraag stel ik ook in mijn scriptie”, zegt Charlot lachend. Ze vervolgt: “Onderzoeken tonen aan dat vrouwen vaak anders behandeld worden. Als we gewoon allemaal even niet denken dat de wereld is opgedeeld in mannen en vrouwen, maar dat er mannelijke en vrouwelijke vaardigheden zijn en dat zowel mannen als vrouwen daarin bedreven kunnen zijn. Mannen en vrouwen zijn nou eenmaal verschillend, maar je moet die verschillen gelijk waarderen en niet de een beter dan de ander beschouwen.”

In een ander artikel ga ik dieper in op Charlots persoonlijke beleving door het journalistieke landschap als jonge vrouw.